ABU en vakbonden onderhandelen over een nieuwe CAO
Een werkgeversdelegatie van de ABU onderhandelt sinds maart dit jaar met de vier vakbonden: FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en LBV over een nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. De ABU zet in op een sterke CAO die helderheid en zekerheid geeft aan uitzendkrachten, uitzendorganisaties en opdrachtgevers en die ervoor zorgt dat uitzendkrachten steeds goed inzetbaar zijn. Een goede CAO zorgt dat uitzendwerk voor alle partijen (uitzendkrachten, uitzendorganisaties en opdrachtgevers (bedrijven)) een aantrekkelijke vorm van werk is.
De CAO voor Uitzendkrachten valt uiteen in twee delen. Een deel gaat over de rechtspositie (type contracten dat kan worden afgesloten), scholing en pensioen en geldt voor vijf jaar. Dat deel loopt nog tot in 2014. Een ander deel (kortlopend) gaat over de beloning en geldt voor twee jaar. Omdat het kortlopende deel dit jaar afloopt worden nu onderhandelingen gevoerd over een nieuwe CAO.
Geldig voor alle uitzendkrachten
Net als de lopende CAO voor uitzendkrachten wensen de onderhandelingspartners een nieuwe CAO die algemeen verbindend verklaard moet gaan worden. Dat wil zeggen dat deze niet alleen geldt voor ABU-uitzendkrachten, maar voor vrijwel alle uitzendkrachten in Nederland.
Grootste werknemersbereik
Iedere dag zijn in Nederland ruim 200.000 uitzendkrachten aan het werk. Jaarlijks zijn ruim 700.000 uitzendkrachten actief. Daarmee heeft de CAO voor Uitzendkrachten het grootste werknemersbereik. Uitzendkrachten zijn in dienst van de uitzendorganisatie (en niet zoals soms wordt aangenomen in dienst van het bedrijf waar zij het werk doen). Als werkgevers maken uitzendorganisaties zich dan ook hard voor goed geregelde arbeidsvoorwaarden. Zodat uitzendkrachten een goed perspectief op de arbeidsmarkt hebben en houden.